Algemeen
Algemeen
Verduidelijkende informatie
Verduidelijkende informatie inzake de brief aan staatssecretaris Bleker
De overheid is van plan om, per 1 januari 2013, een toevoeging op de Dierenwet in werking te laten treden. Deze toevoeging zal verregaande consequenties hebben voor de dieren, kwekers, particulieren, etc.
Het ontwerpbesluit dat er nu ligt heeft heel veel goede punten. Zaken die nu eindelijk goed geregeld worden, maar het mist ook een aantal zaken of vermeld zaken die niet in het welzijn zijn van de papegaaien. Dit is de reden waarom ondergetekende een brief hebben gestuurd aan staatssecretaris Bleker. Met het verzoek om nog eens kritisch te kijken naar wat er nu in de wet staat en hoe het (wellicht) beter kan. Daarnaast zijn we een petitie gestart om in oktober aan de staatssecretaris aan te bieden.
Wat wordt wel geregeld
Het besluit dat nu voorligt is een bundeling van een aantal verschillende wetten, zodat straks alles onder een wet gaat vallen. Onder deze wetten vielen vooralsnog de papegaaien niet. Bij aanname van deze wet worden de papegaaien voortaan erkend als gezelschapsdier. Waardoor een aantal zaken straks ook officieel voor papegaaien gaat gelden (al gelden de meeste zaken natuurlijk nu ook al):
- Verboden gedragingen t.a.v. papegaaien zoals, schoppen, slaan met letsel tot gevolg (eigenlijk gewoon mishandeling)
- Je moet kennis en ervaring hebben over de vogel(soort) die je verzorgt. Als je vogel ziek is moet je passende maatregelen nemen. Je moet
- een voldoende grote kooi bezitten en deze moet goed schoon gehouden worden. Je moet je vogels de juiste voeding geven en voldoende
- verse lucht en licht.
- Het doden van vogels is straks aan regels verbonden. Op welke manier en wanneer, dus wanneer je je vogel mag laten inslapen bv.
- Er wordt een leeftijd vastgesteld waarop de kuikens in staat zijn zelfstandig te eten en gescheiden mogen worden van de ouders
- Er staat beschreven wie welke medische handelingen mag uitvoeren, wie welke medicijnen in bezit mogen hebben en welke dienen te
- worden voorgeschreven door bijvoorbeeld een dierenarts
Dit zijn op zich allemaal hele goede regels om het houden van papegaaien in de huiskamer in goede banen te leiden, maar een aantal regels worden niet op de juiste wijze doorvertaald naar de huiskamervogel en de kweekvogel, waardoor er juist misstanden blijven bestaan of wellicht
verergeren. Twee van deze regels hebben we beschreven in de brief aan de staatssecretaris, deze worden hieronder toegelicht.
Wat wordt niet of niet goed geregeld
Het scheiden van dieren wordt niet goed verwoord en zou volgens ons anders beschreven moeten worden. Nu staat er dat vogels niet eerder bij hun ouders weg mogen dan wanneer ze zelfstandig eten.
Op zich zou dit een goede regel zijn, wanneer je het hebt over kweekvogels. Dit zijn vogels die in een natuurbroed omgeving zitten en die hoor je zoveel mogelijk met rust te laten. Deze vogels leven samen in een groep en zoeken in deze groep een partner (of worden in een nieuwe groep bij een mogelijke partner gezet) en deze vogels worden ook alleen gebruikt voor de kweek. Deze vogels hoeven niet tam te zijn, en worden evt. na opgroeien doorverkocht aan een andere kweker om zo spreiding van de genen te realiseren.
MAAR……
Een groot deel van de vogels die gekweekt worden komen terecht in de huiskamer. Daar gaan ze een groep vormen met evt. andere vogels en hun baasjes. Dat is een heel ander verhaal. Deze vogels kun je niet zomaar uit laten vliegen uit het nest.
Een natuurbroed vogel die je zonder voorbereiding in de huiskamer plaatst kan veel problemen krijgen. Zo is zo’n vogel niet gewend aan de geluiden, de mensen en evt. andere huisdieren. De kans dat de vogel problemen gaat krijgen is best reëel. Zo kunnen ze gaan plukken, kunnen ze agressief worden en noem maar op. Dit hoeft natuurlijk niet, maar zou wel kunnen.
Nu is het zo dat er ook bij handopfok vogels problemen ontstaan, maar dit zijn vaak vogels die of hun ouders nooit gezien hebben, of al heel vroeg bij de ouders zijn weggehaald, waardoor ze nooit enige opvoeding hebben meegekregen over hoe ze een vogel zouden moeten zijn. Ook deze vogels krijgen regelmatig te maken met plukken, agressie en bijten.
Daarom hebben wij aan de staatssecretaris geschreven dat het volgens ons het meest logische zou zijn dat je het gaat combineren. De oudervogel doet een stukje opvoeding en de mens vult dit aan met voorbereiding voor de huiskamer.Het zogeheten co-ouderschap (co-parenting)
Co-ouderschap: in feite het doen van een gezamenlijke opvoeding. Ook dit is (voor het gemak) op te delen in twee manieren:
1. De oudervogels zorgen de eerste weken voor de vogel, waardoor de vogel leert om vogel te zijn, en zijn normen en waarden van zijn ouders meekrijgt. Daarnaast neemt de kweker het na een aantal (vastgestelde) weken over en bereid de vogel (samen met ander vogels) voor op een leven in de huiskamer. Hierbij zal de vogel samen met zijn nestgenootjes huiskamerbegeleiding krijgen.
2. Daarnaast kun je, in sommige gevallen, ook nog doen aan co-ouderschap, door de kuikens gedurende het opgroeien dagelijks even uit het blok te halen en ze zo te laten wennen. Na deze kwaliteit-tijd, gaat de vogel weer terug het blok in om weer verder te leren en spelen bij de ouders. Het enige probleem bij deze manier van co-ouderschap is dat de meeste oudervogels niemand toelaten bij de kuikens. Dit is maar bij enkele soorten mogelijk, mede afhankelijk van de band met de eigenaar.
Naast deze combinatie van natuurbroed voor kweekvogels en de mogelijkheid voor co-ouderschap voor huiskamervogels dient natuurlijk de handel in niet zelfstandige en te jonge kuikens in zijn geheel verboden te worden!
Verder staat er nu in het voorstel dat wanneer een kuiken om wat voor reden dan ook verstoten of pijn gedaan wordt door de ouders of andere nestgenootjes, dat men de vogel ook uit het nest mag halen om verder met de hand groot te brengen.
Dan zou je denken, dat is inderdaad een goede manier om ervoor te zorgen dat de vogels niet doodgaan. En de meeste verantwoordelijke kwekers zullen dit ook doen.
Maar jammer genoeg hebben we ook te maken met onverantwoordelijke kwekers en broodfokkers. Zij zullen er alles aan doen om zoveel mogelijk geld te verdienen.
Wat ga je dus krijgen…….(en wat hebben we gehoord) dat er dus een aantal broodfokkers zijn die zeggen dat ze de kuikens uit het nest gaan halen, de veren uit de borst trekken en dan zeggen dat ze door de ouders geplukt zijn. Hierdoor zouden ze dan (zogenaamd) de kuikens beschermen.
Maar dat ze dan de (te jonge) kuikens gelijk doorverkopen aan nietsvermoedende particulieren en zo snel weer geld verdienen met relatief weinig moeite, daar wordt niets over geschreven.
Hierdoor wordt dus gewoon dierenmishandeling in de hand gewerkt! Daarnaast beseffen ze niet wat ze de ouders aandoen! En met het huidige wetsvoorstel valt dit dus niet/ niet goed te controleren.
Wat we verder aan de staatssecretaris hebben geschreven is dat het onzin is om deze wet alleen voor een aantal kromsnavel soorten te laten gelden.
De staatssecretaris vind dat de wetsvoorstel alleen maar hoeft te gelden voor:
- poicephalus papegaaien soorten,
- pionus papegaaien,
- amazonepapegaaien,
- ara’s, - kaketoes,
- grote en kleine vasapapegaaien,
- grijze roodstaartpapegaaien,
- kraagpapegaaien,
- edelpapegaaien en
- caïques,
omdat bij deze bovengenoemde soorten veel vaker problemen voorkomen dan bij de andere, kleinere papegaaiensoorten. Deze zijn veel goedkoper in de aanschaf en dus zou handopfok niet lonend zijn.
Nou, sorry hoor, maar volgens ons zijn alle vogels even belangrijk en is het niet te verkopen dat de kleinere en goedkopere vogels niet onder deze regelgeving zouden gaan vallen.
Daarnaast is het pure onzin dat deze vogels geen problemen zouden kunnen krijgen. Je moest eens weten hoeveel agapornisjes er zijn met een kaalgeplukte buik, en hoeveel parkietjes er dood van hun stok afgevallen zijn door de stress.
Als laatste hebben we de staatssecretaris gemeld dat het voorstel zoals hij het nu zou willen aannemen niet te controleren valt.
Wij denken dat wanneer hij het wetsvoorstel anders inricht en zich meer toespitst op het welzijn van de papegaaien er ook een betere controle mogelijk is. Waardoor de reden van dit wetsvoorstel (het tegengaan van broodfokkers en de belangen van de papegaaien voorop stellen) uiteindelijk echt het doel dient waarvoor het is opgesteld.
Het is allemaal niet makkelijk, en er is nog een lange weg te gaan. We hopen dan ook dat de staatssecretaris ons uitnodigt om een keer te komen praten en onze standpunt toe te komen lichten.
Zodat er een meer gedegen besluit genomen kan worden.
Tot op heden zijn er nl. maar een paar mensen uit de papegaaienwereld betrokken geweest bij het onderzoek, en dit zijn mensen die tegen huiskamerpapegaaien zijn, want ze zouden in de vrije natuur horen, maar ondertussen hebben ze wel een tamme papegaai op de arm. Daarnaast zijn dit niet de mensen geweest die verstand hebben van het kweken van papegaaien, en daar kunnen onderstaande personen wel over meepraten.
Als laatste, wat we niet in brief hebben geschreven, maar waar we wel met de staatssecretaris over willen praten is het feit dat juist door handopfok het makkelijker is om ziektes uit je bestand te kweken. Door scheiding van kuikens van besmette ouders, kun je werken aan een schoon bestand.
Daarnaast is het ook zo dat soorten die met uitsterven worden bedreigd meer kans hebben, omdat handopfok soms vogels helpt voorkomen uit te sterven in de avicultuur.
We hopen dat we iedereen zo iets meer inzicht hebben gegeven in het hoe en waarom. Heb je vragen of opmerkingen, kun je altijd een van ons mailen.
Met vriendelijke groet,
Bianca Haverhals - www.papegaaienwelzijn.nl
Bert Smedinga - www.lorreco.nl
Ed en Thiely de Moor - www.akala.nl
Ron en Corina van der Laan - www.sennapapegaaien.nl
Wet Dieren (2013)
- Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
- Diergeneesmiddelenwet
- Wet op de dierenbescherming
- Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990
- Kaderwet diervoeders
- dorst, honger en onjuiste voeding;
- lichamelijk en geestelijk leiden;
- pijn, verwondingen en ziektes;
- angst en chronische stress;
- beperkingen om het natuurlijke (soorteigen) gedrag te vertonen.
- Besluit en Regeling diergeneesmiddelen
- Besluit en Regeling diervoeders
- Besluit en Regeling dierlijke producten
- Besluit en Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren
- Besluit en Regeling houders van dieren
- Besluit en Regeling diergeneeskundigen
- sommige dieren kunnen ziektes overdragen;
- sommige dieren zijn door hun aard gevaarlijk voor de mens en hun omgeving;
- het houden van sommige dieren kan ten koste gaan van het dierenwelzijn.
- dieren kunnen gevaarlijk zijn voor de omgeving;
- er bestaat een grote kans op problemen bij het dier zelf.
- de dierproeven moeten bijdragen aan een maatschappelijk belang;
- de dierproeven mogen de gezondheid en het welzijn van de dieren niet teveel aantasten. Zo mogen de proefdieren niet onnodig pijn lijden;
- de dierproeven mogen niet teveel ethische bezwaren oproepen. Als er alternatieve onderzoeksmethoden zijn, moeten die worden ingezet;
- klonen van dieren valt ook onder biotechnologie. Klonen is alleen toegestaan voor wetenschappelijke doelen, niet voor bijvoorbeeld de vleesproductie.
Cites
Doordat er steeds meer vernietiging plaatsvind van leefomgevingen worden steeds meer dier- en plantensoorten in de wereld bedreigd met uitsterven. De 2 belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
- De vernietiging van het leefgebied door het kappen van oerwouden en het plaatsmaken voor landbouwgronden;
- De levendige internationale handel in bedreigde planten- en diersoorten.
Vroeger werden veel van zulke dieren uit het wild gevangen en naar Nederland gebracht om daar als huisdier of in een dierentuin gehouden te worden, tot men merkte dat sommige van deze diersoorten in het wild bijna niet meer voorkwamen en met uitsterven bedreigd werden. De illegale handel in dieren, planten en natuurproducten kent verschillende verschijningsvormen: van de onwetende toerist die een ivoren beeldje meeneemt als souvenir, tot de handelaar die een zending van driehonderd kameleons naar Nederland laat komen. Om aan de overmatige exploitatie van bedreigde soorten een eind te maken, werd in 1973 in Washington een internationaal verdrag gesloten: CITES.
Cites: Handel in en bezit van beschermde dieren en planten
De handel in en het bezit van beschermde dieren en planten of producten die van beschermde dieren of planten zijn gemaakt, is aan strikte regels gebonden. Het CITES-verdrag regelt de internationale handel in bedreigde dieren en planten.
CITES staat voor: Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora. In het Nederlands betekent dit: Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde uitheemse dieren en planten. De bepalingen van het CITES-verdrag zijn voor Nederland verwerkt in de Flora- en faunawet (Ff-wet). Deze wet regelt ook handel en bezit voor een aantal soorten die niet onder het CITES-verdrag vallen.
Het is in principe verboden inheemse beschermde dieren en planten te verzamelen, verhandelen, vervoeren of bezitten. Op deze regel zijn uitzonderingen, bijvoorbeeld voor vogels die in gevangenschap zijn geboren. Handel in en bezit van uitheemse dier- en plantensoorten is in veel gevallen toegestaan. De handelaar of de eigenaar moet dan wel een vergunning of certificaat hebben. In de drie bijlagen bij het CITES verdrag zijn inmiddels ruim 30.000 soorten opgenomen. In dit verdrag is ook een vergunningen- en certificatensystematiek opgenomen.
CITES/Uitheemse dier- en plantensoorten
Het doel van CITES is om te voorkomen dat de internationale handel in (producten van) dieren en planten het voortbestaan van die dier- en plantensoorten bedreigt. CITES trad op 1 juli 1975 officieel in werking. Inmiddels hebben zich 174 landen vrijwillig bij de overeenkomst aangesloten. Nederland heeft CITES in 1984 geratificeerd.
In de Europese Unie is een aantal verordeningen van kracht waarmee het CITES-verdrag kan worden uitgevoerd. In de drie bijlagen bij het CITES verdrag zijn inmiddels ruim 30.000 soorten opgenomen. In dit verdrag is ook een vergunningen- en certificatensystematiek opgenomen:
Bijlage I: direct met uitsterven bedreigde dieren en planten. De internationale handel in uit het wild afkomstige dieren en planten is verboden. Het gaat om bijvoorbeeld walvissen, dolfijnen, olifanten, neushoorns, tijgers, apensoorten, papegaaiensoorten, schildpadsoorten, verschillende bloembollensoorten, wilde ginseng en verschillende soorten orchideeën.
Bijlage II: dieren en planten die mogelijk met uitsterven worden bedreigd, maar dat nog niet zijn. Om die reden worden nu maatregelen genomen. Deze dier- en plantensoorten mogen alleen worden uitgevoerd als er een CITES-vergunning voor is verleend. Het gaat om onder meer roofdier- en krokodillensoorten, alle reuzenslangen en een aantal schelpen- en koraalsoorten. Zo gaat de hoeveelheid verhandelde dieren en planten niet ten koste van het voortbestaan van die soorten.
Bijlage III: dieren en planten die in minstens één land worden beschermd. Dit land heeft andere CITES-lidstaten gevraagd de handel in die soort te controleren.
Of handel is toegestaan en onder welke voorwaarden wordt bepaald door de bijlage waarop de dier- of plantensoort is opgenomen. Bepalend is ook of de dier- of plantensoort uit het wild komt of in gevangenschap is gefokt of gekweekt. CITES beschermt alleen soorten waarin internationaal wordt gehandeld en die (mogelijk) met uitsterven worden bedreigd. Dit betekent dat veel dier- en plantensoorten niet onder het CITES-verdrag vallen en vrij kunnen worden verhandeld. Voorbeelden zijn schorpioenensoorten, de meeste soorten ratelslangen en veel vissoorten. CITES is een soortenbeschermingsverdrag en geen verdrag dat gericht is op de bescherming van bijvoorbeeld leefomgevingen en migratieroutes. Het verdrag houdt zich ook niet bezig met dierenwelzijn.
Opvang in het wild levende, inheemse dieren
Voor opvang van beschermde inheemse dieren is een ontheffing nodig op basis van artikel 75 van de Flora- en faunawet. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft beleidsregels vastgesteld voor het verlenen van ontheffingen. Met het vaststellen van deze beleidsregels wil de minister een impuls geven aan de verbetering van de kwaliteit van de opvangcentra. Een ontheffing wordt verleend op voorwaarde dat een opvangcentrum voldoet aan het kwaliteitsprotocol.
Uitzetten van dieren
Het in het wild uitzetten van dieren is gebonden aan regels. Voor een aantal soorten die als 'biologische bestrijder' (bijvoorbeeld in de tuinbouw) worden gebruikt, geldt een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet. Biologische bestrijders spelen namelijk een belangrijke rol bij de duurzame en veilige teelt van voedsel.
Het CITES-bureau
Elk land dat zich bij het CITES-verdrag heeft aangesloten, is verplicht om een Management Autoriteit (MA) en een Wetenschappelijke Autoriteit (SA) in te stellen. Deze houden zich bezig met het geven van richting (beleid) en advies, en uitvoering van het verdrag. De Management Autoriteit in Nederland is ondergebracht bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Het CITES-bureau (deel van de Management Autoriteit) in Den Haag is verantwoordelijk voor de afgifte van de verschillende CITES-documenten. Meer informatie over deze documenten is te vinden op de website van HetLNV-Loket (in de rechterkolom). Het komt voor dat het CITES-bureau verplicht advies moet inwinnen bij de Wetenschappelijke Autoriteit.
CITES-documenten
Voor invoer, uitvoer of wederuitvoer over de buitengrenzen van de Europese Unie is een invoervergunning, kennisgeving van invoer, uitvoervergunning of wederuitvoervergunning vereist. De Europese regelgeving kent naast deze vergunningen het EG-certificaat voor eigendomsoverdracht, commerciële handelingen en vervoer binnen de Europese Unie. Deze regelgeving is ook in Nederland van kracht.
Voor de soortenlijst van het Cites-verdrag klik hier.
Bezit in Nederland
In Nederland worden planten en dieren ingevoerd met een CITES-invoervergunning. Vaak zijn deze planten of dieren uit het wild gehaald. Toch kunnen ze gewoon worden gehouden als de houder de juiste documenten heeft. Voor een aantal beschermde diersoorten geldt in Nederland een bezitsverbod. Dit verbod geldt voor de dieren uit bijlage I die niet aantoonbaar in gevangenschap zijn gefokt of geboren. Het gaat dan onder andere om apen, katachtigen, en sommige uit het wild afkomstige papegaaien- en schildpadsoorten.
In bepaalde gevallen kan ontheffing worden verleend van het bezitsverbod. Wie toch een dergelijke diersoort wil houden (bijvoorbeeld als huisdier), moet daarom vóór aanschaf een bezitsontheffing aanvragen. Voor het verlenen van een bezitsontheffing wordt een aantal zaken getoetst, zoals legale herkomst en, waar mogelijk, de aanwezigheid van een microchip (geïmplanteerd in het dier) of naadloos gesloten pootringen. Veel diersoorten, zoals apen en roofdieren, mogen in Nederland niet thuis worden gehouden, ook niet als ze in gevangenschap zijn geboren.
Controles
De Algemene Inspectiedienst (AID) is in Nederland de controle- en opsporingsdienst als het gaat om de bestrijding van illegale handel in bedreigde planten en dieren. De AID geeft ook ondersteuning aan douane en politie door het leveren van kennis en expertise op het gebied van CITES en de Flora- en faunawet. Ook de Regionale Milieuteams (RMT's) en Interregionale Milieuteams (IMT's) van de politie houden zich bezig met CITES-handhaving. DeRMT's verrichten controles bij bedrijven en inrichtingen. IMT's nemen grootschalige opsporingszaken voor hun rekening. De douane controleert CITES-regels aan de Nederlandse grenzen (zoals de Rotterdamse haven en luchthaven Schiphol). Daarbij assisteert de AID.
Bron: 12-11-2010
www.minlnv.nl
Wetgeving
Gedurende de geschiedenis heeft de mensheid steeds meer dieren in zijn omgeving gehaald. In het begin alleen voor eten, voor vlees, melk en voor de jacht bijvoorbeeld, maar ook voor bescherming en het vangen van ongedierte.
Toen de mensheid steeds welvarender werd ging men ook dieren houden voor gezelschap, vermaak (honden gevechten, berengevechten, hanengevechten, enz.) en zelfs voor de sier, om mee te spelen en ons warm te houden.
Helaas hebben dieren geen eigen stem, ze kunnen niet voor zichzelf opkomen. Dierenwelzijn kwam, gelukkig, in opkomst. Uiteindelijk kwam er ook wetgeving, zowel nationaal als internationaal. Op elk niveau, in Nederland, Europees en zelfs op wereldniveau.
Internationaal kwam er zo o.a., onder druk van verschillende fantastische organisaties en landen, het Cites-verdrag. Men kwam erachter dat door de handel in verschillende dieren en planten er veel mis ging in de natuur. Verschillende dieren en planten verdwenen zelfs helemaal of werden ernstig bedreigd. Hele bossen werden legaal en illegaal gekapt waardoor verschillende diersoorten hun leefgebied kwijt raakte.
In het Cites verdrag wordt bepaald welke dieren en planten niet mogen worden verhandeld en getransporteerd om ze zo te beschermen. Ook wordt er meer geregeld m.b.t. natuurbehoud.
Meer hierover onder het tabje CITES.
In Nederland bestond al langer wetgeving m.b.t. dierenwelzijn, het probleem hiermee was dat ze versnippert waren in 4 verschillende wetten en deze waren niet compleet en achterhaald.
De wetgeving m.b.t. dierenwelzijn bestond uit:
- Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
- Diergeneesmiddelenwet
- Wet op de dierenbescherming
- Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990
Nieuwe Wet Dieren
In 2013 zijn we naar nieuwe regels gegaan m.b.t. dierenwelzijn, zowel voor bedrijven als particulieren. Deze regels staan in de nieuwe Wet dieren en het Besluit houders van dieren.
Deze wet brengt veel duidelijkheid en bescherming voor de dieren die worden gehouden door de mens, om welke reden dan ook.
Dierenwelzijn wordt in de wet- en regelgeving beter beschreven en is daarmee duidelijker voor alle betrokken partijen. Deze betrokken partijen bestaan onder meer uit: overheid, houders van huisdieren en hobbydieren, bedrijven die dieren houden voor hun bedrijfsmatige activiteiten en onderzoek, maar ook de dierengeneeskunde is onderdeel van deze wet.
Voortkomend uit deze wet is dat ook de handhaving en opsporing van overtredingen van deze regels wat beter geregeld word. De overheid is gaan nadenken hoe overtredingen van deze wet met de verschillende besluiten kunnen worden vervolgd.
In de andere tabjes meer hierover. Zie ook: Nieuwsbericht, 03-07-2017 van Minister Blok: sneller ingrijpen bij dierenmishandeling.
We gaan op deze website niet de hele wet en besluit bespreken maar we geven je wel de nodige informatie en wegen om de wet en regelgeving te vinden. Het heeft ook geen nut om de wet en het besluit hier neer te zetten omdat deze continue in beweging zijn. Nog steeds wordt de wet verbeterd/gewijzigd om deze zo goed mogelijk te maken.
Natuurlijk zal niet iedereen alles leuk vinden, maar dat is nu eemaal met wet-en regelgeving. De speler die het meest wordt geholpen is het dier, en deze staat hier, eindelijk, vooraan.